Word abonnee

Dossier Jurisprudentie Kifid - Drie schades, één gebeurtenis?

Uitspraak Geschillencommissie
Financiële Dienstverlening
Nr. 2021-0728, d.d. 18 augustus 2021

Drie schades, één gebeurtenis?

Consument heeft bij Verzekeraar een autoverzekering. Op enig moment ontdekt Consument bij het wassen van zijn auto een drietal schades, namelijk: een kras links op de motorkap, een deuk rechts in de bumper en een deukje midden in het dak. Consument weet niet wanneer de schade is ontstaan, maar denkt dat het door één verzekerde gebeurtenis is geweest.

Volgens de door Verzekeraar ingeschakelde schadehersteller waren de schades tijdens drie verschillende momenten ontstaan. Vervolgens heeft Verzekeraar een schade-expert ingeschakeld.

De schade-expert is van oordeel dat het meer voor de hand ligt dat de schades door drie verschillende evenementen zijn veroorzaakt dan door één gebeurtenis.

Verzekeraar heeft de schades vervolgens afgehandeld als drie verschillende meldingen en heeft de drie verschillende schades aan Consument vergoed. Voorts heeft Verzekeraar aan Consument laten weten dat het uitkeren van deze drie afzonderlijke schadebedragen invloed heeft op de schadevrije jaren en daarmee op de premie die Consument voor de verzekering moet betalen.

Hiermee is de consument het niet eens een dient een klacht in bij het Kifid. Verzekeraar voert verweer.

Volgens de Commissie is de vraag die centraal staat of Verzekeraar op juiste gronden mocht uitgaan van drie schade-evenementen in plaats van één.

Alvorens zij overgaat tot het beantwoorden van die vraag, besteedt zij eerst aandacht aan de uit de polis blijkende systematiek van schadevrije jaren en korting op de premie. De Commissie omschrijft deze als volgt: bij het sluiten van de verzekering heeft de verzekeringnemer een aantal ‘schadevrije jaren’. Dit aantal is bepalend voor de korting op de premie die de verzekeringnemer krijgt. Hoe meer schadevrije jaren de verzekeringnemer heeft, hoe hoger hij op de zogeheten bonus-malusladder staat en hoe hoger zijn kortingspercentage is (tot maximaal 75 procent korting).

Dient de verzekeringnemer op enig moment een schadeclaim in bij Verzekeraar en keert de verzekeraar naar aanleiding daarvan uit, dan daalt de verzekeringnemer op de bonus-malusladder en verminderen zijn schadevrije jaren, waarbij geldt dat per schade vijf schadevrije jaren in mindering worden gebracht. Het (verzekerings)jaar daarop heeft hij dan minder korting op de overeengekomen premie of moet hij zelfs, bij een negatief aantal schadevrije jaren, een toeslag op de premie betalen.

Volgens De Commissie is door de schade-expert vastgesteld dat uit het schadebeeld naar voren komt dat de schades tijdens drie verschillende evenementen zijn ontstaan. De Commissie meent dat Consument het schaderapport onvoldoende heeft weersproken.

Consument heeft enkel gesteld dat de auto voor een korte periode en aanvankelijk schadevrij voor de deur geparkeerd stond en dat hij de schades ontdekte tijdens het wassen van zijn auto. Verder tegenbewijs heeft de consument niet geleverd, hetgeen – volgens de commissie – wel op zijn weg lag. De Commissie meent dat Consument bijvoorbeeld een contra-expert had kunnen inschakelen.

De Commissie komt dan ook tot de conclusie dat Consument zijn stelling dat de schades aangemerkt moeten worden als één schade onvoldoende heeft onderbouwd met objectief bewijs. Verzekeraar hoeft de terugval in schadevrije jaren en de premieverhoging niet terug te draaien.

Simone Eman

Mr. S. (Simone) Eman

De auteur is advocate bij Ekelmans & Meijer Advocaten te Den Haag.

Andere artikelen: Editie 908 - oktober 2021